Schonere en veiligere productiemethoden kledingindustrie
Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) opende in Bangladesh het Textile Technology Business Center (TTBC) geopend, een expertisecentrum voor schonere en veiligere productiemethoden in de kledingindustrie.
Bij het wassen en verven van textiel gebruikt men enorme hoeveelheden water, energie en chemicaliën. Met slimmere technieken kan die voetafdruk aanzienlijk verkleinen. Pilots in 12 fabrieken wezen uit dat schoner produceren bovendien goedkoper is en men investeringen binnen een tot twee jaar terugverdient. De fabrieken uit de pilots bespaarden in een jaar tijd 880 miljoen liter water en 4.45gWH aan elektriciteit, wat opgeteld een bedrag van 1 miljoen dollar opleverde.
In het TTBC werken het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, TNO, de Wereldbank (IFC), Solidaridad, werkgeversorganisatie BGMEA en textielbedrijven in Bangladesh en Europa (o.a. C&A, H&M, G-STAR RAW, Levi Strauss & Co en Tesco) samen. Het centrum moet vraag en aanbod van technologische oplossingen in kaart brengen en matchen. Doelstelling is om op deze manier het watergebruik en de waterverontreiniging bij het wassen en verven van de textiel van 200 fabrieken significant te verkleinen. Ook gaat de aandacht uit naar sanitaire voorzieningen en (betere) veiligheid voor werknemers in de textielfabrieken.
Er is een budget van 11 miljoen euro. De deelnemende textielbedrijven nemen de helft (5,6 mln eur) voor hun rekening. De Wereldbank en Solidaridad dragen samen 1 miljoen euro bij en de rest (4,4 mln euro) komt voor rekening van de Nederlandse overheid. Ploumen nam na het instorten van Rana Plaza, waarbij bijna 1200 textielarbeiders om kwamen en ruim 2000 mensen gewond raakten, het voortouw om samen met de Nederlandse textielsector, de Bengaalse overheid, producenten en met andere landen de misstanden in de textielsector in Bangladesh aan te pakken.
Scriptor
Bron: Rijksoverheid
