Waar komt een woord vandaan: zon zomer warm
ZON
sonne: middelnederlands (1200)
sunna: oudsaksisch, oudhoogduits
sunne: oudfries, oudengels
sunno: gotisch
en andere vormen met een l
sol: oudnoors
sauil: gotisch
sol: latijn
hêlios: grieks
ZOMER
somer: middelnederlands
sumar: oudhoogduits
sumor: oudengels
sumar: oudnoors
vergelijk:
sam(rad): oudiers
sama- : halfjaar, jaargetijde, oudindisch
WARM
wearm: oudengels
varmr: oudnoors
gharma: gloed: oudindisch
Scriptor
Related Posts
Briljant: de allerbeste taalclichés én de nieuwe Dikke Van Dale →
Spreken of Schrijven →
Leesbaarheid →
