Published on april 8th, 2013 | by scriptor
0Over ‘Hun doen dat niet’ en waarom ‘Mij dat fout vind!’
Je hoort het zo vaak: ‘Hun zeggen van wel…’ Fouter kan niet en dommer ook niet! Als dat grammaticaal zou kloppen kan ik ook zeggen: ‘Mij zegt van niet!’ en daar wordt minachtend om geglimlacht. En toch valt dat eerste zinnetje in exact dezelfde categorie fouten.
Hoe zit het dan?
Ten eerste de juiste zinnen: ‘Hun zeggen van wel…’, moet zijn: ‘Zij zeggen van wel…” en
‘Mij zegt van niet!’ moet zijn ‘Ik zeg van niet!’
Er is een verschil tussen persoonlijke voornaamwoorden die je als onderwerp gebruikt en persoonlijke voornaamwoorden die je als voorwerp gebruikt.
Hun en mij zijn geen onderwerpsvormen. Dat betekent: zij kunnen geen werkwoord bij zich hebben.
Dat kunnen alleen deze woorden: de onderwerpsvormen:
Ik, 1e persoon enkelvoud: ik denk
jij, je ,u 2e jij/je/u denkt
hij, zij, 3e hij/zij denkt
wij, 1e persoon meervoud wij denken
jullie, 2e jullie denken
zij 3e zij denken (en NIET hun denken)
Onderwerpsvormen geven het onderwerp in de zin aan. Samen met de persoonsvorm (een werkwoord) geeft het onderwerp enkelvoud of meervoud aan: Zij zeggen en Ik zeg.
Hun en mij komen uit het rijtje van voorwerpsvormen:
mij, 1e persoon enkelvoud: jij denkt aan mij
jou, 2e ik denk aan jou
hem/haar, 3e hij denkt aan hem/haar
ons, 1e persoon meervoud zij denken aan ons
jullie, 2e wij denken aan jullie
hen/hun 3e wij denken aan hen
Voorwerpsvormen geven het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp in een zin aan:
Ik geef jou het boek, het boek is nu van jou.
‘Maar als iets maar lang genoeg gebruikt wordt in een taal wordt het vanzelf goed!!?’ Nee! Dit valt onder basisgrammatica en die ligt redelijk vast! En hullie en zullie? Dat is sowieso fout! ©
Scriptor, thuis in onze taal