Published on november 24th, 2012 | by scriptor
0Zakelijk Schrijven
Met je tijd meegaan betekent eigenlijk in staat zijn te veranderen. En dat laatste valt niet altijd mee. Dat geldt zeker ook voor schrijven. Want: schrijven is taal en taal is identiteit. En dán ligt veranderen erg gevoelig. In de tijd dat nog niet iedereen kon lezen en schrijven of met veel moeite, was geletterd zijn een statussymbool. Je hoorde bij de notabelen. Zij ontwikkelden een schrijfstijl die hun status moest benadrukken: plechtig en gewichtig. Ze schreven buitenproportioneel zware teksten die enorm afleidden van het thema zelf. Die stijl hield lang stand en was de norm voor een ‘goede’ brief of een andere geschreven tekst. Dat leerde je ook op school en je raakte er anders ook wel van doordrongen omdat veel geschreven teksten in die stijl waren (en zijn) geformuleerd. Er ontstond een schrijftaal en een spreektaal (zoals in heel veel andere talen). Daardoor zijn er komische verschillen tussen het taalgebruik van een en dezelfde persoon op papier of bijvoorbeeld aan de telefoon. Schriftelijk rept zo iemand bijvoorbeeld van ‘derhalve’ en ‘mijns inziens’ en aan de telefoon is het ‘daarom’ en ‘volgens mij’…. Tegelijkertijd leverde die stijl ook veel ergernissen op bij de lezer, die zich wanhopig afvroeg: “Wat stáát daar nou? Wat bedoelen ze? Wat moet ik nou doen?” Teksten in het Nederlands van een andere tijd zijn lastig te begrijpen. Je kunt het vergelijken met de notaris die een contract in het ‘Nederlands uit het museum’ voorleest en daarna, als extra service, het zojuist gebazelde nog even voor de met stomheid geslagen toehoorder vertaalt. Laten we wel wezen: een tekst die je drie keer moet lezen om hem (en soms nog steeds maar half) te begrijpen, is irritant en kost onnodig veel tijd. Jammer genoeg denken toch nog steeds veel schrijvers hun kwaliteiten aan te kunnen tonen als ze in die stijl schrijven. Ter intimidatie van de lezer dus, die trouwens eerder afhaakt dan onder de indruk raakt. In werkelijkheid laten ze dus een gebrek aan kwaliteit zien, ze kunnen schriftelijk niet communiceren en ze kosten hun lezers en alle betrokken werkgevers alleen maar veel tijd.
Onze tijd stelt haar eigen eisen aan schriftelijke communicatie. Het is dus nodig met je tijd mee te kunnen gaan en afscheid te nemen van iets wat je vroeger aanleerde. In ons informatietijdperk is geletterdheid geen privilege meer, maar verplicht en een bittere noodzaak! Bovendien moeten we met zijn allen erg veel leesvoer verwerken. Een andere heel belangrijke norm van onze tijd is snelheid: we willen dat alles snel en doelgericht verloopt! Een geschreven tekst mag dus niet traag en stroperig zijn om te lezen. Het gaat om het vermogen van de schrijver informatie zo overzichtelijk mogelijk aan te bieden aan de lezer(s). De schrijver moet een tekst dus kunnen structureren en uitgaan van de lezer en niet van vermeende gewichtigheid. Zoeken naar mooie woorden heeft niets met schrijven te maken. Beginnen aan een tekst omdat je zo’n mooie zin hebt bedacht ook niet! Het gaat om een aantal vaste stappen, waarvan je er geen een kunt overslaan, maar die je je heel snel eigen kunt maken. Dat levert een tekst op die afgestemd is op het niveau van de lezer en hem informeert of bijvoorbeeld overtuigt, waarvan heel snel duidelijk is waar het over gaat, waarin informatie snel is terug te vinden en die is opgesteld in verzorgd Nederlands. Allemaal heel goed en redelijk eenvoudig aan te leren! ©
Scriptor
TXTbureauToThePoint